Bijna zeventien jaar hebben Koen Janssens (47) en Sandra Verbraeken (45) hun hart en ziel in Broosend Hof gelegd. Het restaurant in Oud-Turnhout groeide uit tot een vaste waarde in de culinaire wereld. Maar over enkele weken komt er een einde aan dat verhaal. “Een klassiek restaurant is niet meer voor ons weggelegd”, vertelt Koen.

Wie van de culinaire kunsten van Koen Janssens wil genieten, moet snel zijn. Tot en met 25 december staat hij nog achter het fornuis van het pop-up restaurant De Serra in Merksplas, maar dan stopt het restaurantverhaal voor Koen Janssens en Sandra Verbraeken. Ze openden de pop-up in Merksplas een half jaar geleden omdat er tegelijkertijd verbouwingswerken zouden plaatsvinden in hun restaurant Broosend Hof in Oud-Turnhout. De keuken zou dichter bij de gasten worden gebracht om hen meer beleving te geven. Maar zover komt het niet.

Kort na de opstart van pop-up De Serra in Merksplas beseften Koen en Sandra dat ze een andere weg wilden inslaan met hun leven. Een weg zonder restaurant. “Wij hebben enorm genoten van de periode die we hebben gehad de voorbije 17 jaar. We hebben dat met liefde en plezier gedaan. We hebben altijd hard gewerkt en veel inzet getoond om er iets moois van te maken. Maar het is nu tijd om meer aan elkaar en aan ons gezin te denken. Dat neemt niet weg dat het een enorm zware beslissing is geweest, want Broosend Hof is ons kindje geweest. Maar waar er nu een deur dicht gaat, gaat een nieuwe deur open”, vertellen Koen en Sandra.

Voordat hij samen met Sandra Broosend Hof opende, deed Koen Janssens onder andere ervaring op in De Pastorie in Lichtaart (Kasterlee). Nadien begon hij in de weekends te werken bij de voorganger van Broosend Hof. “Sandra deed verzorging, maar is daar dan ook komen werken omdat ze mij anders een heel weekend niet zag. Zo heeft zij de horecamicrobe overgekregen. Zeventien jaar geleden hebben we dan beslist om het restaurant over te nemen, en veranderden we de naam naar Broosend Hof”, blikt Koen terug.

Als voorbereiding op hun zelfstandig avontuur, werkten ze samen een tijdje bij restaurant Alauda. “Om te zien of we wel dag in dag uit samen konden werken. We zagen elkaar heel graag, maar het is nog een verschil tussen elkaar graag zien en ’s avonds bij elkaar thuis komen, of hele dag samenwerken. Bij Alauda zagen we dat het werkte. Al heeft het in de loop der jaren zeker wel eens gebotst. Maar dat is normaal. Ook met medewerkers vallen er wel eens woorden als je een restaurant runt. Een discussie met medewerkers is wel gemakkelijker op te lossen. ’s Avonds na de service drink je samen nog een pint om het terug recht te zetten. Thuis blijft dat soms toch wat langer hangen”, lachen Koen en Sandra.

De passie die ze in hun restaurant legden, bleef niet onopgemerkt. Broosend Hof groeide uit tot een vaste waarde in de culinaire wereld met – tot vorig jaar – een score van 13 op 20 in de Gault&Millau. “Wij hebben nooit doorgehad wie de culinaire recensenten waren. Dat was voor ons ook niet belangrijk. Elke klant is voor ons hetzelfde. Eerlijkheid duurt het langst. Iedereen verdient dezelfde aandacht in een restaurant.”

Op 25 december trekken ze de laatste keer de deur van hun restaurant dicht. Daarna begint een nieuw hoofdstuk voor Koen en Sandra. Op welke manier dat hoofdstuk ingevuld zal worden, is op dit moment nog niet duidelijk. “We gaan eindelijk tijd hebben om dingen te doen waar we nooit tijd voor hebben gehad. Koen trekt er graag op uit met zijn boerenpaard. Maar daar heeft hij in de weekends nooit tijd voor gehad. Nu kan hij wél wedstrijden mee gaan doen”, zegt Sandra.

Hoewel ze nog geen concrete plannen hebben, weten Koen en Sandra wel al dat hun toekomst verband zal houden met de natuur. De laatste jaren hebben we heel veel nevenprojecten gedaan: culinaire huifkartochten, culinaire wandelingen in De Liereman, wildplukken om de ingrediënten nadien te bereiden op open vuur… Vooral in de natuur hebben we heel veel gading gevonden voor onszelf. Ik heb er zo veel plezier uitgehaald om te koken in de natuur en met natuurlijke producten bezig te zijn, dat ik dat zeker nog wil doen in de toekomst”, vertelt Koen. “Maar hoe en wat ligt nog niet concreet vast. We gaan eerst tijd nemen voor onszelf. Om te herbronnen en na te denken welke richting we juist willen uitgaan. Maar het gaat zeker iets in de natuur zijn.”

Koen en Sandra zullen dus sowieso afscheid nemen van het pand waarin Broosend Hof was gevestigd. Het gebouw staat te koop. “Het was de bedoeling om daar te verbouwen, maar die werken zijn nooit gestart. Want als we dat hadden gedaan, zouden we weer voor 15 jaar vastzitten aan dat gebouw, en dus aan een klassiek restaurant. Dat wilden we niet. Of Broosend Hof na al die jaren een sleur was geworden? Een verdoken sleur mag je het misschien wel noemen. We hebben het nooit zodanig ervaren als een sleur. Maar toen we naar deze pop-up in een serre tussen de velden kwamen, was dat opnieuw spannend. We wisten niet meer blindelings elk potje staan. Door hier in een serre te midden van de natuur te koken, beseften we meer dan ooit dat we meer in de natuur willen zijn. Meer openheid en koken in de natuur, weg van de vier muren.”

Koen Janssens heeft de voorbije jaren vaak samengewerkt met bushcrafter Mike De Rover. Zo gingen ze samen naar Slovenië met een groep mensen. “We hebben er een week lang in de natuur gekookt, met hetgeen de natuur ons te bieden had. Dát is wat ik naar uitkijk. De precieze context weet ik nog niet. Maar dat mijn culinaire toekomst buiten ligt, weet ik wel. Want buiten smaakt beter. Of mensen daar klaar voor zijn? Meer en meer. Het is ongelooflijk hoe vaak wij de vraag krijgen om een culinaire beleving te krijgen los van het klassieke restaurant. Pas op, mensen doen dat nog graag en het zal altijd blijven bestaan. Maar een klassiek restaurant is niet meer voor ons weggelegd”, besluit Koen. “Connectie met de natuur vinden wij meer en meer belangrijk. Ze willen weten waar alles vandaan komt. Ik heb ooit ook met mango’s en papaja’s gewerkt. Ik wil er niemand op afschieten, maar voor onszelf is dat verhaal gedaan. Er zijn mooie producten vlak bij ons waar je mooie dingen mee kan doen.” (VNJ)