Twee vrienden gaan trouwen. Volgend jaar. Of ik hen wil ‘trouwen’? Dat betekent in mijn vak normaal gesproken of ik hun huwelijk wil inzegenen tijdens een kerkdienst. Want ik trouw niet als dominee. Ik mag wel voor een huwelijk dat voor de wet bij de burgerlijke stand gesloten is een zegen vragen. De vraag van mijn vrienden was echter breder: of ik ook hun huwelijk voor de wet wil sluiten. En dus Bijzonder Ambtenaar van de Burgerlijke Stand wil worden, BABS dus, voor één dag. Dat is andere koek. En dus ga ik op cursus. En ging ik vorige week een STAP-budget aanvragen. Dacht ik.
Trouwen voor de wet en voor de kerk zijn echt twee verschillende ceremonies. Als dominee of priester of imam ben je niet bevoegd een burgerlijk huwelijk te sluiten. Dat is dan ook in essentie een voornamelijk juridische aangelegenheid, een samenlevingscontract in welke vorm dan ook. Voor die beslissing om zo samen verder te gaan met elkaar kan ik wel een zegen vragen. Zoals je na het burgerlijk huwelijk dit met familie en vrienden kunt vieren, zo kunnen we in een kerk met iedereen die daarvan getuige wil zijn de liefde vieren en het gelukkige bruidspaar een zegen meegeven.
Toch is er ook veel overlap in de ceremonies merkte in bij twee huwelijken waarbij ik aansluitend op de burgerlijke ceremonie een kerkelijke viering mocht leiden op de huwelijkslocatie namens De Brug. Dat was allebei de keren een lange zit. Ik had de ceremoniemeesters er nog voor gewaarschuwd. Ook de BABS neemt zijn of haar tijd, heet iedereen welkom, gaat de levensloop van de geliefden langs, komt met anekdotes, voordat de vraag komt en de handtekeningen gezet worden.
En dus dachten mijn vrienden: kun jij, en dan in een andere functie, niet ook het huwelijk sluiten voor de wet? Omdat ik vanuit die eerdere ervaringen wel eens met het idee speelde hoe het zou zijn als ik dat deel niet ook zou mogen verzorgen, zei ik graag ja. Maar dan wil ik ook wel weten wat ik aan het doen ben; dit doe je er niet zomaar bij. Dus meldde ik mij aan bij de Bestuursacademie voor een tweedaagse cursus BABS.
Daar hielden ze me voor dat ik het meeste cursusgeld kon terugvragen vanuit het STAP-budget. Dus zat ik 1 mei achter mijn laptop aan de Moezel in Duitsland. Dag van de arbeid of niet: deze jongen gaat subsidie scoren. Niet dus. Ik zat met 159.000 anderen in de willekeurig samengestelde wachtrij. Slechts 38.000 kwamen er doorheen voordat de subsidiepot op was. In de drie uur dat ik aan het wachten was, las ik op Twitter waarvoor mensen eigenlijk in de wachtrij stonden, sommigen al voor de derde keer. En vaak voor cursussen of opleidingen die aan echt werk helpen. Ander werk, beter betaald werk, werk waarmee je wel je pensioen kunt halen. Cursussen dus om kansen op de arbeidsmarkt te vergroten. En tot frustratie van velen grepen ze er vaak (weer) naast.
Hier hoor ik niet tussen dacht ik, met mijn BABS-cursus die natuurlijk een verbreding van mijn werk kan zijn, maar toch vooral in eerste instantie voor vrienden bedoeld is, als hobby. Dus ik ga de volgende keer niet weer in de wachtrij staan. En wie weet kan ik het gebruiken om ook andere bruidsparen die misschien niet naar de kerk willen komen wel een ‘zinvolle’ plechtigheid te bezorgen. In Waalwijk bleek het arsenaal BABS’en compleet. Wie weet heeft Loon op Zand me nodig. Ach, we zien wel. Het Hooglied over de liefde in de Bijbel zegt niet voor niets: ‘Wek de liefde niet, laat haar niet ontwaken voordat zij het wil.’
Dominee Otto Grevink is predikant voor Kaatsheuvel en de Efteling, Sprang-Capelle en Waspik vanuit De Brug, en pionier bij Zin op School in Waalwijk. Reacties zijn welkom op ottogrevink@gmail.com.